Uitsluiting of inclusie?
Zelden is het contrast tussen de eerste lezing en de evangelielezing zo schril. Beide lezingen behandelen het onderwerp van melaatsheid. In de eerste lezing, uit het Oude Testament, worden uitgebreide instructies gegeven over hoe de priester melaatsheid moest diagnosticeren en hoe mensen met deze aandoening uit de samenleving moesten worden uitgesloten. Melaatsheid werd beschouwd als een ernstige huidziekte en volgens de Joodse wet moesten mensen die eraan leden zichzelf buiten de gemeenschap isoleren. Ze moesten hun kleren scheuren, onverzorgd haar hebben en ‘onrein’ verklaard worden. Dit was een manier om de gezondheid van de gemeenschap te beschermen en mogelijke verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen.
In tegenstelling tot de praktijken in Leviticus, benadert Jezus de melaats met medeleven en geneest hem door zijn hand aan te raken. Hierdoor doorbreekt Jezus de sociale en religieuze conventies van die tijd, waar melaatsen als onrein en uitgesloten werden beschouwd. In plaats van de man uit de samenleving te verbannen, geeft Jezus hem waardigheid terug door hem te genezen en hem terug te brengen naar zijn gemeenschap.
Het contrast tussen de twee lezingen toont de verschillende benaderingen van melaatsheid: een benadering gebaseerd op isolatie en rituele reinheid in het Oude Testament, en een benadering gebaseerd op compassie, genezing en inclusie in het Nieuwe Testament, belichaamd door de handelingen van Jezus Christus.
Jezus wordt dus inderdaad “door medelijden bewogen”. Medelijden verwijst naar het gevoel van empathie of gevoelens van zorg en medeleven die men voelt ten opzichte van anderen die lijden of pijn hebben. Het impliceert een gevoel van verbondenheid met anderen in hun pijn of moeilijkheden en kan leiden tot een verlangen om te helpen, te steunen of troost te bieden aan degenen die in nood verkeren. Medelijden kan ook verwijzen naar een innerlijke reactie op het lijden van anderen, waarbij men zich betrokken voelt en sympathie toont voor hun situatie. De etymologie van “medelijden” weerspiegelt dus de betekenis van dit woord als een gevoel van ‘samen lijden’ met anderen, waarbij men zich inleeft in hun situatie en een verlangen heeft om te helpen verlichten of troost te bieden.
Het medelijden sluit volledig aan bij de Gulden Regel (Mt 7, 12): mensen moeten anderen met vriendelijkheid, respect en mededogen behandelen, net zoals ze zelf behandeld zouden willen worden. De Gulden Regel moedigt aan tot empathie, het overwegen van de gevoelens en behoeften van anderen, en het nemen van verantwoordelijkheid voor onze acties en behandeling van anderen. In het Frans zegt men het vaak in een ontkennende zinswending: “ne fais pas à autrui ce que tu ne voudrais pas qu’on te fît”. Concreet toegepast op de lezingen van vandaag: als je zelf niet uitgesloten wil worden, sluit dan zelf niemand uit. Inclusie is nu een heel ‘trendy’ woord: Jezus is in zekere zin de uitvinder van de inclusie ‘avant la lettre’, zo’n 2000 jaar geleden.
(B.N.)