Het grote plaatje

Het grote plaatje

“Het vallen gaat door”, schrijft Dr. Piet Penning de Vries SJ (1995), “maar wat je ook gebeuren zal, je zult niet zijn << zonder uw Vader >>”. Bij God “tel je mee”, zo zegt hij nog. Het zijn wat bevreemdende lezingen (bijvoorbeeld dat mensen veel meer waard zijn dan mussen), maar grosso modo komt het hier op neer: Jezus nodigt ons uit om het grote plaatje te zien, wanneer ons iets overkomt, en om te beseffen dat God alles onder controle heeft. Alles heeft met andere woorden zin in ons leven; de christelijke godsdienst is pure zingeving. In de evangelielezing van vandaag krijgen we wel 2 maal te horen dat we niet bang hoeven te zijn, zelfs niet wanneer we geconfronteerd worden met de dood.

De heilige Bonaventura (13de eeuw) vat het zo: “Het Koninkrijk der hemelen is zo groot als de weidsheid van de oneindige liefde”. God is één en al liefde, dat had de evangelist Johannes al gezegd. God is zozeer liefde dat Hij Zijn Zoon heeft opgeofferd (naar Joh 3, 16).

De psalmist sprak ook al over mussen: “Vindt zelfs de mus niet een huis, heeft niet de zwaluw haar nest waar zij haar jongen mag bergen? O, uw altaren te naderen, Heer der hemelse scharen, Gij, mijn koning, mijn God!” (Ps 84, 4). Dat is een rode draad in heel de Bijbel: we moeten ons heil zoeken bij God, al de rest zijn bijkomstigheden.

(B.N.)