Gastvrijheid

Gastvrijheid

Volgens de heilige Simeon, de Nieuwe Theoloog (949-1022), is het simpel: wij moeten “beledigingen en vernederingen” ondergaan “met vreugde”. Maar het moet gezegd worden dat de heilige Simeon “de Nieuwe Theoloog” een monnik was wiens intense spiritualiteit volledig gericht was op Christus. In de 21ste eeuw ligt dit soort radicale onthechting van de aardse genoegens heel moeilijk.

Het grote respect voor de ouders is één van de 10 geboden, maar toch is de absolute, allesomvattende liefde voor God de essentie van de Joodse geloofsbelijdenis (Dt 6, 5): wie God bemint met heel zijn/haar hart, met heel zijn/haar ziel en met al zijn/haar krachten, zet God op de eerste plaats, zonder compromis. Het is daarom dat vrome Joden een stukje Thora op hun voorhoofd dragen en aan hun deurpost hangen (zie Dt 6, 8-9). Jezus Christus zit volledig op de lijn van deze Joodse traditie.

Dr. Piet Penning de Vries durft te spreken over “dit onaangename stukje evangelie” en verwijst vlug naar het leukere tweede stukje van de evangelielezing. Het tweede stukje (het kopje van de Willibrordvertaling van 1975 is “loon toegezegd”) gaat over gastvrijheid, net zoals de eerste lezing trouwens (de vrouw uit Sunem die Elisa gastvrij ontvangt). Voor ons volstaat het een fris glas water te geven aan een volgeling van Jezus. Onrechtstreeks ontvangen we zo God de Vader. En met dit goede nieuws gaan we de zomervakantie in…

(B.N.)