Ben ik van de wereld?

Ben ik van de wereld?

De eerste lezing gaat over de scène waar de discipelen samenkomen in Jeruzalem na de Hemelvaart van Jezus. Ze zijn bezig met het selecteren van een vervanger voor Judas Iskariot, die zichzelf van het apostelschap had afgesneden door zijn verraad en dood. Dit gedeelte benadrukt de gemeenschap van de discipelen en hun behoefte om in eenheid te handelen, met de leiding van de Heilige Geest. Judas Iskariot “verkocht” Jezus voor dertig zilverlingen of zilverstukken (Mt 26, 15). Over het algemeen wordt aangenomen dat dertig zilverlingen een relatief kleine som geld was, zelfs in die tijd. In de Joodse context wordt gesuggereerd dat dertig zilverlingen overeenkwamen met de prijs van een gewone slaaf volgens de wet van Mozes (zie Ex 21, 32). Het was dus een symbolisch bedrag dat aantoonde dat Jezus door Judas werd verraden voor een zeer geringe prijs. Dit is een mooi bruggetje naar de evangelielezing: Judas was van de wereld omdat hij besloot Jezus over te geven aan de wereldlijke-religieuze leiders.

Jezus zegt in het evangelie (Joh 17, 16) dat Hij niet van de wereld is en Zijn leerlingen evenmin. Om te weten of ik van de wereld ben, moet ik nagaan wat die uitdrukking juist betekent. Jezus bidt tot de Vader en vraagt ​​Hem om zijn discipelen te beschermen en hen in eenheid te bewaren. Is die eenheid er nog in het huidige christendom? Er zijn – helaas – vele duizenden christelijke denominaties. Maar in de evangelielezing van vandaag gaat het vooral over het “(niet) van de wereld zijn”. Heb ik het gevoel dat ik apart gezet word, als leerling van Jezus, voor Gods werk? Onderscheid ik mij van de medemensen door mijn geloof in en toewijding aan God? Leef ik volgens de waarden van het Koninkrijk van God, zoals liefde, nederigheid, rechtvaardigheid en dienstbaarheid aan anderen of laat ik me leiden door de normen, waarden en prioriteiten van de wereld, die vaak gericht zijn op materiële rijkdom, egoïsme, macht en aardse verlangens? Vind ik mijn identiteit in relatie met God en in het Koninkrijk van God of vind ik mijn identiteit in de wereldse sociale status (denk aan de ‘social media’!), afkomst, prestaties en materiële bezittingen? Geef ik prioriteit aan God en Zijn koninkrijk of eerder aan politieke systemen, sociale structuren en menselijke tradities die in strijd zijn met de principes van het Koninkrijk van God? Ik moet me niet afzonderen van de wereld, maar heb ik een positieve invloed op de wereld om mij heen door het goede nieuws van het Koninkrijk van God te verkondigen en door te leven als getuige van Gods genade en liefde? Kortom, streef ik een andere manier van leven na, gebaseerd op Gods koninkrijkswaarden, identiteit in Christus, loyaliteit aan God? En getuigt mijn leven van het goede nieuws van Jezus Christus?

Volgens wijlen paus Benedictus XVI heeft iedere (toe)wijding en/of heiliging 2 aspecten: enerzijds afgezonderd zijn “van het gewone menselijke bestaan” en anderzijds beschikbaar zijn en ten dienste staan van de hele wereld van medemensen (Jezus van Nazareth, deel II, pag. 87-90).

B.N.