De zaaier

De zaaier

Volgens de bekende parabel van de zaaier heeft men, statistisch gezien, één kans op vier om in goede aarde te zaaien. Het is één van de vele spreekwoorden van Bijbelse oorsprong: (niet) in goede aarde vallen. Er zijn ook 4 soorten toehoorders: verstokte ongelovigen of atheïsten, oppervlakkige gelovigen, verstrooide gelovigen en ontvankelijke gelovigen. De zaaier en het zaad zijn Jezus Christus Zelf. Hoe zorgen wij, als volgelingen van Jezus, ervoor dat het zaad, de Blijde Boodschap van Jezus, zoveel mogelijk in goede aarde valt? Een groot probleem van de verkondiging is dat het grootste deel van het geniale christelijke gedachtengoed ondertussen maatschappelijke verworvenheden zijn geworden, waarbij weinig mensen nog de bedenking maken dat deze ideeën van christelijke oorsprong zijn (OCMW, hospitaal, weeshuis, rusthuis, ziekenfonds, sociale bijdragen,…).

Wat kunnen we dan nog wel doen om de christelijke boodschap wijd en zijd te verkondigen? Theologie gaan studeren? Zeker niet, want onlangs lazen we nog bij Matteüs dat God zich eerder openbaart aan kleinen dan aan “wijzen en verstandigen”. Een goede homilie maken en brengen? Nee, want dat is voor mensen die de weg naar de Kerk al gevonden hebben. Een goed artikel schrijven in Kerk & leven? Ook niet, want het lezerspubliek van Kerk & leven is normaal gezien al katholiek. De heilige Isaak van Stella (12de eeuw) biedt een mogelijke uitweg: “Zo zaait deze Zaaier zichzelf door het voorbeeld van zijn leven en het woord van zijn onderricht.” Jezus Zelf heeft gezegd dat Hij ons een voorbeeld gaf door middel van de voetwassing (zie Joh 13, 15): namelijk een voorbeeld van nederig dienstbetoon. Het is opvallend dat bijna alle mensen, inclusief andersgelovigen en zelfs niet-gelovigen, het unaniem eens zijn dat een pater Damiaan of een moeder Teresa of een Johannes XXIII uitzonderlijke diensten hebben bewezen aan de mensheid.

Laten we tenslotte even stilstaan bij “De zaaier” van Vincent van Gogh (1888). Er zijn een paar details die ons niet mogen ontgaan: de zon is als een stralenkrans van een heilige voor de heilige; hij lijkt geen gezicht te hebben (zijn persoontje is onbelangrijk), maar alle aandacht gaat naar zijn grote, gulle hand die zaait in volle zomer (wat eigenlijk onzinnig is).

Conclusie: ons geloof moet blijken uit onze daden van barmhartigheid (het Laatste Oordeel is er eveneens op gebaseerd), en niet uit onze diploma’s of eretekens of verdiensten waar we prat op gaan. Jakobus zegt het kort en krachtig: het “geloof zonder daden” is dood, steriel, waardeloos (Jak 2, 26). Amen.

B.N.