De ultieme waarschuwing

De ultieme waarschuwing

Jezus richt Zich nog steeds tot en tegen “de farizeeën, belust op geld als zij waren” (Lc 16, 14). De farizeeën hadden Hem uitgelachen… Daarom geeft Jezus hen een laatste waarschuwing met de parabel van Lazarus en de rijke man. Een gekende parabel, maar niet zo geliefd als ‘de verloren zoon’ of ‘de barmhartige Samaritaan’, wellicht omdat deze parabel hard binnenkomt bij mensen die eerder rijk zijn dan arm. Een parabel dient altijd om ons een nieuw religieus inzicht bij te brengen aan de hand van een verhaaltje dat uit het alledaagse leven gegrepen lijkt. Wie van ons kent er nu geen rijke mensen en geen arme mensen? Televisie en internet hebben het zicht op rijkdom en armoede verscherpt. Bovendien horen we langs alle kanten dat de kloof tussen arm en rijk weer toeneemt, zelfs in onze zogenaamde welvaartsmaatschappij. Iedere crisis (corona, energie, oorlog,…) raakt de armen meer dan de rijken.
Donderpredikant Amos wist dit natuurlijk ook al in de 8ste eeuw v. Chr.: rijke mensen leven “zorgeloos” en “zelfverzekerd”. Amos zelf was, met alle respect, een boer, die door God geroepen werd om de noodzaak van gerechtigheid in herinnering te brengen.
Acht eeuwen later was er nog niets veranderd: de Joodse religieuze leiders leefden in de grootste weelde, terwijl andere mensen als uitgestotenen in armoede leefden. Er was echter één grote verandering: in het Jodendom was rijkdom toch wel een teken van zegening van Godswege; bij Jezus is rijkdom eerder een obstakel in de zoektocht naar God. De parabel zegt het niet expliciet, maar Lazarus ligt voor de deur van de “rijkaard”: de rijke man moet hem gezien hebben telkens wanneer hij zijn huis verliet. Niets doen is schuldig verzuim… Het angstaanjagende element van deze parabel zit in het levenseinde van beide personages: de arme man gaat naar de hemel; de rijke man naar de “onderwereld”. Tussen beide plekken is er blijkbaar “een wijde kloof”: onoverbrugbaar (van vagevuur is hier geen sprake). Kennelijk zijn de zielen in de onderwereld nog wel zintuigelijk bij bewustzijn: de rijke man heeft pijn en dorst, spreekt,… Vader Abraham is echter keihard in zijn oordeel: het is te laat, want de rijke man heeft fout geleefd.
Het is belangrijk deze parabel goed te plaatsen. Rijkdom is problematisch omdat rijkdom vaak leidt tot spirituele armoede, ja zelfs dood. Let wel: armoede op zich redt ons niet automatisch. In de ogen van Jezus is de concrete, tastbare naastenliefde de enige maatstaf: zie “Het Laatste Oordeel” van de Mensenzoon in Mt 25, 31-46 en het dubbelgebod van de liefde in Mt 22, 34-40. De sleutel om dit alles beter te begrijpen is de eerste Zaligspreking in Mt 5, 3: “Zalig de armen van geest” (WV 1975) of “Het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben” (BGT). Daar gaat het om: we mogen niet vertrouwen op ons geld, we mogen, we moeten alleen geloven in en vertrouwen op God. Lazarus betekent “hulp van God” (Eleazar)… We mogen het heil alleen van God verwachten (zie de sublieme woorden van Simeon in Lc 2, 29-35). De evangelist Lucas verwoordt het als volgt: er zijn mensen die het Woord van God gehoord hebben of zelfs goed kennen, maar die “gaandeweg door de zorgen, de rijkdom en de genoegens van het leven verstrikt raken” (Lc 8, 14).
Laten we positief eindigen. Rijk is niet noodzakelijk synoniem van “verdoemd”. Jozef van Arimatea (Mt 27, 57) was ook “een rijk man”, maar hij was een christen geworden, wordt bij naam genoemd, in tegenstelling tot de rijke man van deze parabel…

Bernard