Geld maakt niet gelukkig

Geld maakt niet gelukkig

We vinden de confronterende parabel van de rijke dwaas alleen bij de evangelist Lucas die graag de nadruk legt op de voorkeursoptie voor de armen. De evangelielezing sluit mooi aan bij waarschuwingen van Prediker over de onzinnigheid van ‘zwoegen en tobben’ en dit in wijsheidsliteratuur van 3 à 4 eeuwen eerder. Diezelfde Prediker vat de parabel goed samen in Pr 6, 2: vaak kan iemand niet genieten van zijn opgestapelde rijkdom.

Bij het begin van de evangelielezing maakt Jezus duidelijk dat Hij gekomen is om mensen, ja zelfs de mensheid, te redden en niet als notaris die zich met erfeniskwesties moet bezighouden. Meteen waarschuwt Jezus voor hebzucht, in de lijn van het 10de gebod: “Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste; gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, op niets wat hem toebehoort” (Ex 20, 17). Sterker nog: men mag niet te fel verlangen naar persoonlijk bezit, want het gaat al te vaak gepaard met egoïsme. Het egoïsme is heel opvallend in de korte parabel: 6 x “ik”, 3 x “mijn”, 1 x “mijzelf”. De rijke dwaas spreekt in en tot zichzelf en hij denkt zijn eigen toekomst onder controle te hebben. De rijke dwaas houdt geen rekening met wat men later het Jakobitische voorbehoud of de Jakobitische voorwaarde is gaan noemen (Jak 4, 15): wanneer we toekomstplannen maken zouden we telkens “als God het wil” moeten toevoegen, afgekort “d.v.” (Deo volente). We moeten durven toegeven dat wij het niet meer zo vaak zeggen (eventueel nog wel “bij leven en welzijn”, maar daar is de referentie naar God al geschrapt), terwijl moslims het nog steeds stelselmatig gebruiken (Insha’Allah). Een niet onbelangrijk detail: God zegt niet dat Hij het leven zal ontnemen aan de rijke dwaas; “men” komt de rijke dwaas beroven en doden. De evangelielezing besluit met een klassieker uit de Bergrede: “Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan en waar dieven inbreken om te stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot of worm vergaan en waar dieven niet inbreken om te stelen” (Mt 6, 19-20).

Kortom, geldzucht staat niet in het woordenboek van de belangrijke dingen in het leven, noch bij Jezus, noch bij Paulus: “geloof, hoop en liefde, de grote drie” (1 Kor 13, 13). Het loont de moeite Psalm 127 (Nisi Dominus) te herlezen: alles is ijdel, als God het niet wil (bouwen, bewaken, vroeg opstaan, laat gaan slapen, goed slapen, kinderen maken,…).

Bernard