Het geheugen van de evangelisten

Het geheugen van de evangelisten

Jezus zou gestorven zijn in het jaar 30 (eventueel 33); Paulus zou de eerste zijn die begon te schrijven over Jezus rond het jaar 50, dat wil zeggen 20 jaar na datum. Volgens de meeste Bijbelwetenschappers zou Marcus het eerste evangelie geschreven hebben tussen 65 en 70, dat wil zeggen zo’n 40 jaar na datum. Het Johannes-evangelie wordt meestal nog veel later gedateerd, namelijk rond het jaar ‘90: als Johannes 20 jaar was aan het Kruis, moet hij ongeveer 80 jaar oud geweest zijn toen hij zijn evangelie schreef. De meeste Bijbelwetenschappers of exegeten gaan uit van de 2 bronnen-theorie: enerzijds de zogenaamde Quelle (een bundel Logia-uitspraken van Jezus die mondeling circuleerden) en anderzijds het eerste evangelie van Marcus. Nuchtere wetenschappelijke geesten gaan zeggen dat de Bergrede (Mt hoofdstukken 5-7) een compositie is van de evangelist Matteüs; gelovige mensen gaan zeggen dat dit het werk is van de Heilige Geest, de Helper die “alles in herinnering [zou] brengen”.

Het herinneren is zeer belangrijk. Zo zei Mozes: “Blijf deze dag gedenken” (Ex 13, 3). Wat doen wij nog om de herinnering van het Kruisoffer levend te houden? Pasen is in theorie het belangrijkste christelijke feest, maar in de praktijk is Kerstmis een geliefder feest. Pinksteren is bij de jeugd een onbekend feest. Nochtans is Pinksteren zeer aanwezig in de evangelielezing van vandaag.

We hebben de Geest dus voortdurend nodig voor iedere vorm van kennis, inspiratie, enz., maar ook voor de liefde en de vrede. Jezus geeft ons “vrede”, Zijn “vrede” weliswaar. Dit soort vrede is duidelijk geen vrede in de zin van ‘geen oorlog’; het is een spirituele vrede, een soort gemoedsrust. De vrede van God gaat alle begrip te boven, zegt de schrijver van de Brief aan de Filippenzen (Fil 4, 7). Het is een vrede die de wereld ons niet kan geven. Het is een vrede die deel uitmaakt van een totaalpakket van deugden: “liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid” (Gal 5, 22). Dat alles is “de vrucht van de Geest”, zegt Paulus terecht. Wie de Heilige Geest niet afsmeekt, blijft verstikt en verstrikt in “de uitingen van zelfzucht” zoals bijvoorbeeld “vijandschap”.

Ik verwijs zelden of nooit naar de actualiteit, maar nu dringt de actualiteit zich op: alleen Jezus en de Heilige Geest kunnen vrede brengen in Oekraïne. Alleen Jezus had dat geniale inzicht, dat goddelijke helikopterperspectief dat zelfs Mozes niet had: er zijn goede en minder goede en zelfs slechte mensen, maar het zijn allemaal mensen (zie Mt 5, 43-48). God laat de zon opgaan voor alle mensen. Het is niet aan ons om medemensen te beoordelen (het Laatste Oordeel behoort God toe). Wij kunnen alleen bidden dat zoveel mogelijk mensen Jezus’ voorbeeld van nederig dienstbetoon volgen en dat zij blijvend geïnspireerd worden door de Heilige Geest.

Bernard